Het gezin van Alphons en Clara

Uit het huwelijk Capitaine – Bogaert werden volgende kinderen geboren:

A) Capiteyn/Capitané Maria °Lokeren 21/01/1840, op 22/1/1840 gedoopt in de parochiekerk te Zeveneken, peter was Franciscus Bogaert, meter was grootmoeder Petronilla Theresia Van Deursen.  +te Lokeren op 5/02/1843 en de volgende dag begraven te Zeveneken.

B) Capiteyn Bernardus Domenicus °Lokeren 2/12/1841,  dezelfde dag gedoopt te Zeveneken, peter was grootvader Frans Arnold Capiteyn, meter was Theresia Bogaert.  + te Overmere op 30/12/1894. (zie verder)

C) Capiteyn/Capiteijn Coleta °Lokeren 16/12/1844,  dezelfde gedoopt te Zeveneken.  Peter was Eugeen Frans Capiteyn, een oudere broer van Alphons, meter was Francisca Bogaert.  Coleta was nog in leven na 1926.  In de periode 1863 – 1867 (erfenisverdeling tante Ilderica Capitaine) was ze “werkvrouw”.  Ze was nog ongehuwd en woonde bij haar moeder te Lokeren.  Netto ontving ze uit deze erfenis in april 1867 de som van 1.425 fr 65.  Coleta huwde nog hetzelfde jaar te Lokeren op 18/12/1867 met Josephus Wille (°Zeveneken 24/11/1839, Zeveneken 24/02/1891), een broodbakker.  Ze startten een bakkerij op het Dorp 96 te Zeveneken, Joseph stond in de bakkerij, Coleta zorgde voor de verkoop, het kapitaaltje afkomstig van de erfenis kwam dus goed van pas en werd nuttig besteed. Het bakkersgezin bleef in Zeveneken wonen tot 1899, later[ref]SALok : Bevolking Lokeren, komt van Zeveneken op 29 april 1899. [/ref] vonden we Coleta terug als landbouwster. Haar ongehuwde dochter Honorina Livina was winkelierster te Lokeren op de wijk Nieuwpoorte nr. 186[ref]SALok : Bevolking Lokeren 1900 blz. 3688 en 3810. [/ref].  Zij had een natuurlijke dochter Martha Livina geboren te Zeveneken op 23.3.1889.  Honorina Livina bleef ongehuwd tot haar overlijden in 1926, ze was toen herbergierster op de Nieuwpoorte, moeder Coleta was bij het overlijden van haar dochter nog in leven.

Uit dit huwelijk:

1) Wille Honorina Livina (°Zeveneken op 4/10/1868, er op 5/10/1868 gedoopt.  Haar peter werd oom Bernardus Dominicus Capiteyn, meter werd Livina Wille.  Zij stierf te Lokeren in 1926).  Ze was winkelierster en herbergierster.

2) Wille Joannes Baptista (°Zeveneken op 17/02/1870, er dezelfde dag gedoopt.  Peter werd Joannes Baptist De Bruyne, meter werd grootmoeder Clara Bogaert.  Hij  stierf te Zeveneken op 2/10/1870 en werd er de volgende dag begraven op het kerkhof.

3) Wille Maria Livina °Zeveneken op 13/12/1873, zij werd er de volgende dag gedoopt.  Haar peter was oom Livinus Arents, de man van tante Maria Capiteyn, meter was Livina Wille.  Zij trok naar Gent op 20.2.1900 en kwam terug naar Lokeren op 14 mei 1904.

D) Capiteyn Constantinus °Zeveneken 27/11/1847, dezelfde dag gedoopt in zijn parochiekerk.  Peter was Benedictus Bontinck, zoon van wijlen tante Maria Josepha Francisca Capiteyn, meter was Maria Francisca Bogaert.  Constantinus  stierf te Zeveneken op 26/06/1848 en werd de volgende dag begraven op het kerkhof te Zeveneken.

E) Capiteyn/Capiteijn Maria °Zeveneken 4/01/1849, er dezelfde dag gedoopt.  Peter was Joannes Bogaert, meter was Sabina Bogaert, overleden te Beervelde op 1/10/1931.. Maria werd geboren tijdens het verblijf van haar ouders in Zeveneken, ze keerde zeer jong met haar ouders terug naar Lokeren.  Ze moet enig onderwijs genoten hebben want ze kon lezen en schrijven. Op 17 jarige leeftijd verloor ze haar vader. Moeder en Maria bleven hun hele verdere leven samen.  In de periode 1863 – 1867 (erfenisverdeling tante Ilderica Capitaine) woonden ze nog in de Drongenstraat te Lokeren.  Netto ontving ze uit deze erfenis in 1867 de som van 1.425 fr 65.  Omdat ze nog minderjarig was werd 1.200 fr vastgezet in staatsleningen à rato van 4,5%.  De rest mocht door de voogden gebruikt worden voor lopende uitgaven.  Samen met moeder Clara Bogaert verhuisde ze op 24/03/1869 naar de Bontinckstraat te Overmere waar ze als naaister werd ingeschreven, deze vreemde verhuis en het verlaten van hun vertrouwde omgeving had zeer waarschijnlijk te maken met de Bontingmolen.  Op 8/06/1870 huwde Maria burgerlijk te Kalken met Livinus Arents (°Sint-Lievens-Esse 10/05/1835, +Overmere 28/02/1895). Het kerkelijk huwelijk werd ingezegend te Overmere.  Domien De Landtsheer en zus Coleta Capiteyn waren getuigen.  Livien was “muldersknecht” op de Bontingmolen.

foto 1

De Bontingmolen was een houten staakmolen met hoge gemetste teerlingen

foto 2

De achterkant van de molen met trap en ingang

Deze molen bevond zich op het grensgebied Lokeren-Kalken-Overmere.  De houten korenwindmolen met open voet stond op een molenberg.  Hij wordt in de archieven reeds vermeld in 1665[ref]Castellum jaargang XVII nr. 3  Van De Sompel André, molenaars op de molensite Bontingmolen. [/ref].er was ook een rosmolen aanwezig op de site.  In 1857 werd de molen aangekocht door Jan Baptist Buydens, afkomstig uit Ressegem.  Livinus kwam uit het nabije Sint Lievens Essche[ref]Sint-Lievens-Essche en Ressegem nu deelgemeenten van Herzele. [/ref]. Bij gebrek aan bronnen kan het (nog) niet worden aangetoond, maar zeer waarschijnlijk kwam Livien mee met de molenaarsfamilie en was zo in de Bontinckstraat beland[ref]Er zijn van voor 1880 geen documenten beschikbaar over de bevolking te Kalken. [/ref].  Molenaar Jan Baptist Buydens liet in 1865 tegenover de windmolen, op grondgebied Kalken een nieuw en groter molenaarshuis bouwen en paste de rosmolen aan in 1868.

foto 3

Het molenaarshuis gebouwd in 1865

In een nieuw bedrijfsgebouw kwam een bloemmolen aangedreven door stoomkracht.  Livien was op de molen werkzaam toen de korenstoommolen met een aanbouw tegen de achterzijde werd vergroot in 1877[ref]http://www.molenechos.org verdwenen Belgische molens[/ref].

foto 4

Het maalderijgebouw voor de restauratie

Om steeds het nodige water voorhanden te hebben, werd een nieuwe diepe waterput gegraven.

foto 5

De waterput gebouwd in 1868 om de site van het nodige water te voorzien

De familie Buydens was ook eigenaar van de stadsmolen te Zeveneken, de Heirbrugmolen en de molen in de Lindestraat te Lokeren. De zonen Arents werkten op al deze molens als muldersknecht.  Livien bleef knecht op de Bontingmolen.  Marie droeg haar steentje bij als landbouwster, later herbergierster om het steeds groeiend aantal monden van het gezin te voeden.  Op 28 februari 1895 stierf Livien door een “valling”. Marie bleef achter met acht minderjarige kinderen, waarvan er gelukkig toch al 4 hun kostje verdienden als muldersknecht.  Cesar, de oudste zoon, werkte bij het overlijden van zijn vader bij Buydens op de Heirbrugmolen.

foto 6

De Heirbrugmolen voor de restauratie, een stenen bergmolen gebouwd in 1852 ter vervanging van de staakmolen.

foto 7

De gerestaureerde molen

Hij kwam terug naar huis om zijn moeder bij te staan, broer Joseph, dan 20 jaar oud, ging in zijn plaats werken op de Heirbrugmolen.  Op 17 maart 1895 kwam op het vredegerecht te Zele de familieraad samen: moeder Marie werd aangesteld als voogdes, broer Cesar werd toeziende voogd.  Ze werden vergezeld langs vaderszijde door  schoonbroer Jan Baptist Oosterlinck (gehuwd met Hortensia Maria Arents) werkman te Kalken, kozijn? August Van Den Bossche, landbouwer te Kalken[ref]Deze August Van Den Bossche zou later bij testament zijn hele bezit nalaten aan Sophia De Backer, weduwe Capiteyn. [/ref]. Langs moederszijde waren naast Marie, kozijn Constant Capiteyn, wever en kozijn Jozef Vervaet, arbeider te Kalken aanwezig.  Er werd een verklaring voorgelegd, opgemaakt door de burgemeester van Overmere, waarin hij verklaarde dat de weduwe en haar 8 kinderen behoeftig waren en niet de nodige middelen bezaten om de zegelrechten te betalen.  Marie verliet de herberg en verhuisde met haar gezin naar de Kalkense kant van de Bontinckstraat, ze werd er landbouwster.  Eind 19e eeuw stond de molen er “verdonderd” bij en raakte hij in verval.  Begin 1899 werd de molensite door molenaar Theopfiel Audenaert en zijn echtgenote Maria Leonia Buydens, een nazaat van Joannes Baptist Buydens verkocht aan Jules Tibbaut, notaris te Kalken.  Zelf trokken ze op 24 mei 1899 naar Sint-Amandsberg. Marie en haar gezin gingen in de molenaarswoning wonen en werden molenaars, waarschijnlijk in loondienst van de notaris.  In 1907 veranderde alles, de molen werd verkocht aan Joanna Looman, weduwe van Augustien Van de Wiele, zij kwam met haar gezin van de Molenstraat in Overmere naar de Bontinckstraat en nam haar intrek in het molenhuis, zij werden de nieuwe molenaars.  De kinderen Arents verlieten één voor één het ouderlijk huis en trokken naar Lokeren om er muldersknecht te worden op de verschillende molens   Marie bleef achter met haar 2 jongste zonen Jan Remi en Raymond.  Tussen 1910 en 1914 verlieten ze definitief de Bontinckstraat en gingen ze naar de Heistraat 2 te Kalken[ref]Vanaf 1921 ontstond de gemeente Beervelde uit delen van Kalken en Destelbergen, de Heistraat werd grondgebied Beervelde. [/ref] wonen.  Daar lieten ze zich op 30 maart 1914 uitschrijven, om  zich op 17 april 1914 te laten inschrijven in Destelbergen, alleen haar jongste zoon Raymond woonde toen bij haar.  Marie bleef tot haar overlijden in 1931 bij Raymond en zijn gezin wonen.

In 1935 werd de molen afgebroken, de molenberg werd afgevoerd om er de karrenslagen in de buurt mee te vullen.

foto 8

De vervallen molen met de 2 overblijvende wieken net voor de afbraak in 1934

foto 9

De molen tijdens de afbraak in 1935

De bijhorende maalderij bleef wel verder in dienst.  De hoeve met het molenaarshuis en de maalderij werden op 14 juli 2004 bij ministrieel besluit een beschermd monument.

foto 10

Open monumentendag 12 september 2010, de maalderij in werking

Van het echtpaar Arents-Capiteyn zijn volgende kinderen bekend[ref]Zie ook http://gw2.geneanet.org/index.php3?b=lheuredi&lang=nl;iz=2;p=livinus;n=arents[/ref]:

1) Arents Cesar (°Overmere 15/03/1871, +Kalken 24/03/1926).  Huwde te Kalken op 14/05/1902 met Maria Leonia Bracke.  Hij was muldersgast, zij  “bloemenwerkster” (= kantwerkster).  Uit dit huwelijk werden vijf kinderen geboren.

2) Arents Honorina Maria (°Kalken 18/02/1873, +Kalken 16/11/1956).  Huwde te Overmere op 29/11/1893 met Joannes Baptiste Oosterlinck. (°Overmere 16/06/1870, +Kalken 23/08/1946).  Zij was landbouwwerkvrouw, hij landbouwwerkman.  Uit dit huwelijk werden negen kinderen geboren.

3) Arents Joseph (°Kalken 8/04/1874, +Lokeren 1932).  Huwde te Lokeren op 22/12/1897 met Emma Marie Van Brussel (°Lokeren 4/01/1874,  +na 1906).  Joseph werd als Zivilarbeiter vanuit Lokeren gedeporteerd op 16 oktober 1916 om in Frankrijk gedwongen te werken voor de Duitsers tot 31 december 1916.  Uit dit huwelijk werden zeven kinderen geboren.

4) Arents Bernard Domien (°Kalken 23/12/1876, + te Destelbergen op 24/2/1935).  Huwde in 1906 met Stephania Adila De Gelder (°Lokeren 12/03/1877, +Destelbergen 17/6/1954). Uit dit huwelijk zijn twee kinderen gekend.

5) Arents Gustavus (°Kalken 25/02/1878, +La Mourière-Piennes, Frankrijk 21/10/1917).  Huwde te Kalken op 11/10/1905 met Marie-Louise Bracke (°Kalken 21/01/1884). Uit dit huwelijk zijn twee kinderen geboren.  Gustaaf werd tijdens de oorlog 1914-1918 door de Duitsers als Zivilarbeiter verplicht tewerkgesteld in de streek rond Verdun in Frankrijk en is ginds overleden op 21/10/1917.  Zijn familie heeft pas na 91 jaar zoeken zijn graf gevonden op het militair kerkhof te Pierrepont (Meurthe-et-Moselle)[ref]Verhaal Herman Couché en Edith Lheureux. [/ref].

6) Arents Alphons (°Kalken 7/09/1880, +Gent 8/01/1962).  Huwde met Leontine De Rau.  Uit dit huwelijk zijn twee kinderen gekend.

7) Arents Oscar Joseph (°Kalken 16/03/1883, +Kalken 6/02/1913).  Huwde te Kalken op 14/02/1906 met Marie Leonia De Kegel (°Kalken 25/06/1888, +Kalken 11/12/1952).  Uit dit huwelijk is één kind gekend.

8) Arents Maria Hortensia (°Overmere 24/07/1885, +Zeveneken 3/12/1964).  Huwde te Kalken op 13/11/1906 met Thomas Gustaaf Troch (°Laarne 20/08/1883).  Uit dit huwelijk zijn twee kinderen gekend.

9) Arents Jan Remi Leopold (°Overmere 28/11/1888, +Kalken 15/05/1960).  Huwde te Kalken op 4/03/1914 met zijn schoonzus Marie Leonia De Kegel (°Kalken 25/06/1888, +Kalken 11/12/1952), weduwe van Oscar Joseph Arents.  Uit dit huwelijk zijn twee kinderen gekend.

10) Arents Raymond (°Overmere 11/03/1892, +Beervelde 16/07/1957). Raymond stond in 1916 op de deportatielijst van Destelbergen en vertrok als Zivilarbeiter via Gent naar Frankrijk. Na de oorlog huwde hij te Kalken op 27/12/1918 met Maria Elodia De Rocker (°Kalken 25/03/1894, +Kalken 16/07/1965).  Uit dit huwelijk werd één dochter geboren : Maria Delphina Theresia Arents (°Beervelde 29/05/1925, +Zaffelare 26/11/2011).  Zij huwde met Leopold Lheureux.  Uit dit huwelijk werd één dochter geboren: Edith Lheureux.